
Hockey is Simpel: Voorzitter Marc Staal van Amsterdam over de honger naar prijzen
Amsterdam is een van de weinige topclubs van Nederland die steevast meestrijdt om play-offplekken met zowel de heren als de dames. Waar de dames bovenin goed meedraaien, zijn de play-offs voor de heren na een oorwassing van HGC in eigen huis voorlopig ver weg. Hoofdklassehockey.nl sprak met voorzitter Marc Staal, die vooral waakt voor paniek.
Dat Staal een echte clubman is valt niet te ontkennen. Op zijn twaalfde stond hij al op de ledenlijst van de club, om op zijn zeventiende uiteindelijk door te groeien tot een vaste waarde in het eerste. Toen hij na het hockey carrière maakte in het buitenland verhuisde hij in 2002 terug naar Nederland waar zijn vier kinderen ook toetraden tot de club. Al coachend trad hij in 2010 toe tot het bestuur als verantwoordelijke voor de sponsoring. Zes jaar later werd hij benaderd voor het voorzitterschap en inmiddels is hij uitgegroeid tot het boegbeeld van de oudste hockeyclub van Nederland. Als lid van het bestuur waren er nog enkele landstitels en een zege in de EHCC, tijdens zijn tweejarige periode als voorzitter waren er nog geen landstitels te vieren op het veld, maar wel een aantal in de zaal. Andere mijlpalen waren er daarnaast ook. Zo maakte Staal in 2017 een uiterst bijzonder 125-jarig lustrum mee, waar de gehele geschiedenis van de club werd uitgegeven in een boek met de dikte van een telefoongids. Het zegt genoeg over de roemrijke historie van de club, waar successen en prijzen geen schaars goed zijn. ‘Voor mij was het lustrum een bijzonder moment, omdat in de publicatie van onze geschiedenis prachtig staat omschreven waar Amsterdam voor staat en al deze verhalen gezamenlijk de rode draad vormen van wie we nu zijn.’ De voorzitter van Amsterdam maakte zelf ook een groot deel van de geschiedenis van de 127-jarige club mee, in 1892 opgericht aan het Museumplein.
Traditioneel maar innovatief
Amsterdam is een traditionele vereniging die trots is op haar verleden, maar daar niet in blijft hangen en ook altijd op zoek is naar manieren om in ontwikkeling te blijven. Het streven naar innovatie zit in het DNA van de club verweven, met de oprichting van een voorloper van de KNHB als schoolvoorbeeld. ‘Om een bond op te richten heb je natuurlijk meer leden nodig, maar wij hebben ons steentje daar wel aan bijgedragen. Ook speelde Amsterdam een grote rol bij het initiëren van de Euro Hockey League (EHL), nog iets waar de club trots op mag zijn. Maar ook anno 2019 blijven wij op andere manieren bezig met innovatie, bijvoorbeeld door te kijken naar nieuwe ontwikkelingen binnen andere sporten en in de wereld om ons heen.’ Ook de ontwikkeling van de jeugd staat in het Amsterdamse Bos hoog in het vaandel. Dat moet ook wel, als je met zowel de heren als de dames consequent wilt blijven meedraaien in de top. ‘Je ziet dat veel clubs toch meer hellen naar óf de heren óf de dames, terwijl wij altijd de ambitie hebben gehad om dat met beiden te doen. Dat is best een dure huishouding en dat willen we voornamelijk doen met spelers van eigen bodem. Wanneer we dan toch besluiten om een speler uit het buitenland te halen, doen we dat alleen als ze een duidelijke toevoeging zijn aan de selectie en daarnaast bereid zijn zich voor een langere periode te binden aan de club en dus ook aan Nederland. Spelers huren voor een kortere periode is niet onze stijl.’ Goede voorbeelden van exceptioneel goede buitenlandse spelers met een verleden in Amsterdam zijn onder meer Santi Freixa, Fergus Kavanah en huidig clubtopscorerJustin Reid-Ross.
Van crisis geen sprake
Dat het sinds de winterstop even wat minder gaat voor de heren van Amsterdam zorgt niet voor paniek binnen de gelederen van de club. ‘Ik snap dat mensen na een mindere fase al gauw reppen over een crisis, maar daar doen wij liever niet aan mee. Het zou ook raar zijn om gelijk in paniek te raken als het een keertje niet lukt om de play-offs te bereiken.’ Ook het feit dat er sinds 2013 geen landstitel meer werd gewonnen in de hoofdstad, leidt niet tot paniek. ‘Natuurlijk hebben we voor een vereniging als Amsterdam te lang geen prijs gewonnen, maar we halen de afgelopen jaren wel consequent de play-offs, waarin het toch een competitie op zich wordt waarin de verschillen ontzettend klein zijn. Helaas kan je wat daarin gebeurt niet altijd van tevoren uitdokteren en voor Amsterdam is het kwartje de laatste jaren net iets te vaak verkeerd gevallen, waar dat niet altijd nodig was. Toch denken we dat we met Amsterdam op de goede weg zijn en houden we vertrouwen in ons huidige beleid.
Zelfverzekerd richting de toekomst
Waar de Amsterdammers voor sommigen een wat arrogant of kil imago hebben, wil Staal daar zelf niets van weten. Wel beaamt hij dat een bepaalde zelfverzekerdheid kenmerkend is voor de club en onderdeel van de clubfilosofie. ‘Amsterdam heeft altijd al een vorm van zelfverzekerdheid uitgestraald op het veld, maar ook daarbuiten. Je kan dit best zien als een vorm van Amsterdamse bluf, maar we zijn wel van mening dat deze uitstraling niet mag overslaan in arrogantie.’ Op de vraag naar de ambitie van Amsterdam op de langere termijn zegt Staal dat ze op bepaalde fronten misschien wel teveel ambitie hebben. Zo vormt een grote belemmering in de wens om door te groeien als vereniging onder meer de situering. ‘In het Amsterdamse Bos is er simpelweg geen ruimte meer om te groeien en het enige wat je dan nog kan doen is de boel zo efficiënt mogelijk te faciliteren. De komst van een blaashal voor het zaalhockey is daar een goed voorbeeld van. Toch vinden we het jammer dat er bij de jeugd altijd een groot aantal aanmeldingen moet worden afgewezen wegens ruimtegebrek. Bovenal wil Staal een bloeiende vereniging blijven die top, breedte en families verbindt. ‘We zullen altijd mee willen blijven draaien in de top en het wordt wel weer eens tijd dat er wat gewonnen gaat worden. Maar, gebaseerd op de prestaties van de afgelopen jaren geloof ik er heilig in dat in de nabije toekomst er een prijs deze kant op komt.’ Aan zelfverzekerdheid is er kenmerkend voor Amsterdam geen gebrek, maar met een keurige tweede plaats in de Livera Hoofdklasse Dames en het verslaan van regerend landskampioen Den Bosch kort geleden, is een beetje optimisme niet geheel ongegrond.