Jorge Nolte: 'Ik voorspel de saaiste competitie in jaren' | Hoofdklasse Hockey Nederland

Jorge Nolte: ‘Ik voorspel de saaiste competitie in jaren’

De hoofdklassecompetitie ligt nog even stil, maar coaches kunnen niet op hun lauweren rusten; de selecties moeten in veel gevallen nog worden afgerond om volgend seizoen weer opperbest voor de dag te komen. Hoe werkt dat proces en welke moeilijkheden lopen de coaches tegenaan? Hoofdklassehockey.nl spreekt wekelijks met een hoofdklassecoach om te kijken hoe hij en zijn club deze belangrijke procedure aanpakken. De tiende coach die we spreken is Jorge Nolte.

Jorge Nolte KS

Nolte is bij Bloemendaal zowel trainer-coach van dames 1, als Technisch Directeur. Eerder was Nolte onder andere werkzaam voor Qui Vive en Alecto. De Mussen promoveerden na de jaargang 2013-2014 naar de hoofdklasse en wisten afgelopen seizoen degradatie via play-outs te ontlopen. Het tweede jaar van Nolte en zijn assistent Teun de Nooijer op het hoogste niveau zullen zij zonder het zevental Evy Oosterveer, Jayde Taylor, Lara dell Anna, Roos Broek, Sterre Loots, Barbara Goeman Borgesius en Eline Florie doen.

Hoe ziet je selectie er momenteel uit?

‘Flink wat meiden zijn gestopt na afgelopen seizoen, maar we hebben een mooie groep van twintig momenteel. Ten opzichte van vorig jaar zijn we denk ik beter, maar vooral breder. Ik vind het mooi dat iemand als Valerie van Odijk van SCHC bij Bloemendaal wil komen spelen, om hier belangrijk te zijn. Gaelle Kramer, die al in de jeugd uitkwam voor Bloemendaal, sluit dit jaar bij ons aan. Ook Pien Holleman (Amsterdam), Amy Vloet (Rotterdam), Colette Jansen (Wageningen) komen ons versterken, net als twee jeugdspeelsters: Laurien Boot en Sophie Visser. Maxine Fluharty, die vorig seizoen in de tweede competitiehelft meedeed is er ook weer bij. En we zijn nog bezig met één buitenlandse speelster waarover ik volgende week meer hoop te kunnen vertellen. Eigenlijk zijn wij wel blij uit de transferperiode gekomen. Ik heb veel vertrouwen in de mogelijkheden.’

Wat is het beleid van de club ten aanzien van het inpassen van de eigen jeugd en het aantrekken van speelsters?

‘Als Technisch Directeur bij Bloemendaal ben ik verantwoordelijk voor de doorstroming vanuit de jeugd naar het eerste elftal. Die doorstroming vind ik belangrijk voor de continuïteit van de vereniging. Wij zijn één van de weinige clubs die niet betalen, dus de jeugdopleiding is voor ons van belang. Toen ik werd aangesteld hebben we vervroegd wat meiden doorgeschoven. Een aardig aantal, want afgelopen jaar speelden wij met elf dames uit de jeugdopleiding van Bloemendaal in de selectie. Volgens mij zijn wij, samen met hdm, de enige vereniging in de hoofdklasse met zulke getallen. De jeugd kan zich in ieder geval met ons eerste elftal identificeren. Normaal gesproken denk ik dat je het over twee A-speelsters per seizoen hebt die je laat aansluiten, maar dan kan verschillen. Wij hebben momenteel bijvoorbeeld een hele talentvolle B-lichting, daar verwacht ik de komende jaren veel van.

Wat zijn de uitdagingen waar jullie bij het samenstellen van de selectie mee te maken krijgen?
‘Ook al zijn we nieuw op het hoogste niveau, Bloemendaal is geen simpel hoofdklasse-clubje. Met Teun de Nooijer als assistent hebben we wel een bepaalde uitstraling, waardoor wij misschien aantrekkelijker  zijn voor speelsters van buitenaf dan een andere promovendus. Dit was eigenlijk het eerste jaar dat meiden zich uit zichzelf bij ons aanmeldden. Eerder moest ik stad en land afbellen om mijn selectie op orde te brengen. Met deze ervaring ben ik dit jaar ook al vroeg begonnen met contacten te leggen, waarbij ik rekening moest houden met twee sporen: degradatie en lijfsbehoud. Regeren is vooruitzien. Toen bleek dat we erin bleven kreeg ik een aantal telefoontjes vanuit speelsters zelf. Als ik nu naar de groep kijk, zitten er drie meiden bij die ons benaderd hebben, de rest hebben wij gevraagd. Wat dat betreft was de selectie samenstellen dus een stuk makkelijker dan eerdere jaren. Nu heb ik denk ik wel 33 meisjes in actie gezien op onze velden, waarvan van sommige al wel snel duidelijk was dat ze het niet zouden redden. Het was leuk om eens vanuit die luxepositie te kunnen kiezen. Ik vind het een positief signaal da het jeugdige elan wat wij uitstralen dus zo aanspreekt. De keerzijde ervan is dat ervaring ontbreekt. Gaelle is met haar 24 jaar meteen de oudste van de groep. Ik hoorde dat andere clubs ook hun pijlen hadden op wat oudere speelsters, maar dat blijkt lastig. Dames stoppen eerder met hockey, omdat ze op jonge leeftijd al dusdanig veel getraind hebben dat ze er klaar mee zijn. Het enige wat wij dus kunnen doen is ervaring kweken, zoals we dat zelf noemen.’

De top wordt voor jonge talenten steeds aantrekkelijker. Wat vind je van deze ontwikkeling?

‘Dat begint al in de jeugd. Bij Bloemendaal krijgen wij al vanaf jonge leeftijd aanmeldingen van meiden die hogerop willen. Al is het nog niet zo erg als bij de bosclubs, waar soms 20 kinderen zich melden voor een bepaald elftal. Kinderen, maar vooral ouders zijn bang de boot te missen. Dit ligt allemaal aan hoe de competitie is opgezet. De C speelt IDC en de A en B landelijk. Regionale selecties beginnen nu al vanaf de C, dus dan is het al belangrijk bij welke club je speelt. Het overstapmoment is jaren eerder komen te liggen. Sommige clubs hebben zelfs geen interesse meer in meisjes van zestien of zeventien, omdat dat al laat is. Dit geldt vooral voor meiden, bij jongens is deze ontwikkeling nog niet zo doorgezet, omdat de stap naar de senioren groter is. Een goed voorbeeld hiervan is Jorrit Croon, een toptalent dat pas vorig seizoen de overstap van Alecto naar HGC maakte. De trend om bij de top te willen horen zie je sterker terug in de vrouwenhoofdklasse. Ik voorspel dat we bovenin de saaiste competitie in jaren gaan krijgen. De vier play-offkandidaten van afgelopen jaar zijn nog sterker geworden en kunnen freewheelend naar de play-offs, zonder enkele bedreiging. Misschien dat Oranje Zwart nog kan aanhaken, maar Kampong heeft wel echt een stapje terug gedaan. Dat vind ik jammer, het is leuker als Hurley, OZ en Kampong mee hadden kunnen doen. Voor de overlevingskansen van Bloemendaal is het misschien wel een goede ontwikkeling. Onderin ligt het nu allemaal dichter bij elkaar.’

Wat zijn jouw verwachtingen met Bloemendaal het komende seizoen?

‘Ik hoop dat wij ons zo snel mogelijk veilig spelen. Wij staan er sterker voor dan vorig jaar, helaas is dat geen garantie dat het makkelijker wordt. Wageningen bleef afgelopen seizoen al vrij snel achterop, dat was onze mazzel. Nu hebben wij zeventien speelsters met hoofdklasse-ervaring, dus ik verwacht dat we constanter kunnen presteren. Het zal lang spannend worden om positie zeven tot en met elf. In de acht wedstrijden tegen de top vier maak ik me geen illusies. Daar wil ik vooral genieten en leren. Natuurlijk moet je het geloof hebben dat je wat kan doen, maar ik wil ook realistisch zijn. Onze kansen liggen in de andere wedstrijden. Het belangrijkste is dat we in de hoofdklasse blijven, als dat zonder play-offs kan, is dat lekker.’

Deel 1: Erik van Driel (hdm Dames 1)
Deel 2: Rick Mathijssen (Amsterdam Dames 1)
Deel 3: Albert Kees Maneschijn (SCHC Heren 1)
Deel 4: Jan Jorn van ‘t Land (HGC Heren 1)
Deel 5: Stan Huijsmans (Push Dames 1)
Deel 6: Bas Bogaard (Schaerweijde Heren 1)
Deel 7: Marieke Dijkstra (Voordaan Heren 1)
Deel 8: Rein van Eijk (Hurley Dames 1)
Deel 9: Simon Organ (Hurley Heren 1)

Reageer