Reservegoalie Van Melis: 'Concurrentie voorwaarde voor het beste uit jezelf halen' | Hoofdklasse Hockey Nederland

Reservegoalie Van Melis: ‘Concurrentie voorwaarde voor het beste uit jezelf halen’

De meest onderbelichte spelers bij teamsporten en dus ook in de hoofdklasse zijn waarschijnlijk de tweede keep(st)ers. Ze trainen net zo hard als ieder ander maar maken meestal weinig tot geen speelminuten bij het eerste team. Leidt dat soms tot frustratie of is het wel lekker die plek op de achtergrond? Hoofdklassehockey.nl spreekt wekelijks met een tweede keep(st)er uit de hoofdklasse.

Sophie van Melis stapte toen ze slechts één jaar keepte over van Pinoké naar Hurley om daar al in een selectieteam te spelen. Reeds na één jaar bij haar nieuwe club vroeg Rick Mathijssen haar mee te trainen met het eerste damesteam. Toen Maartje Cox na afgelopen seizoen vertrok naar SCHC, leek de weg vrij voor de inmiddels in de senioren spelende Van Melis om het doel van Hurley te verdedigen in de Hoofdklasse. Het liep net iets anders. Karlijn Adank kwam over van Push en werd eerste keus.

Ben jij tweede keeper van het eerste of eerste keeper van het tweede?
‘Beide. Ik train gewoon vier keer in de week met het eerste. Een dubbeltraining op dinsdag en op donderdag en vrijdag. Donderdagavond train ik met Dames 2 en ook wedstrijden speel ik met hen. Als het logistiek te halen is ga ik na mijn wedstrijd nog naar Dames 1. Afhankelijk van het aantal wissels zit ik dan ook op de bank. Eigenlijk zit ik dus in twee teams, ik betaal in ieder geval mee aan beide potten. Het tweede van Hurley speelt op een goed niveau. In m’n eerste jaar in de senioren ben ik met dat team Nederlands kampioen Reserve Hoofdklasse geworden.’

Heb je voor jezelf een doel van wanneer je eerste keeper wil zijn?
‘De ambitie om eerste keeper te worden heb ik uiteraard. Ik denk dat ik het over anderhalf jaar zeker wil zijn. Natuurlijk het liefst in de Hoofdklasse. Helaas hebben teams maar ruimte voor één eerste keeper, dus er is weinig plek. Dit jaar en volgend jaar wil ik gebruiken om mij van mijn beste kant te laten zien bij Hurley. Zij hebben mij een aantal jaar geleden de kans gegeven te komen keepen in een selectie-elftal. Eerst speelde ik bij Pinoké, maar daar hadden ze op een gegeven moment niet de plek die ik wilde. In mijn tweede jaar bij Hurley vroeg Rick me al mee te trainen met het eerste.’

Is er sprake van concurrentie tussen jou en Karlijn Adank?
‘Op het veld is er sprake van goede concurrentie. Ik denk dat concurrentie en spanning een voorwaarden zijn om het beste uit jezelf te kunnen halen. Karlijn en ik zijn beiden ambitieus, dus we halen het beste in elkaar naar boven. In het begin vond ik het natuurlijk jammer dat er een nieuwe keeper kwam in plaats van Maartje. Nu begrijp ik het wel. Ik denk dat Karlijn en ik qua niveau dicht bij elkaar liggen, alleen is dit pas mijn tweede op seniorenniveau. Vooral op het gebied van coaching kan ik nog veel van haar leren. Zij praat veel in de wedstrijden en richt alles goed in. Overigens kunnen we het buiten het veld gewoon goed met elkaar vinden.’

Wat vind je het lastigste aan jouw positie als tweede keeper?
‘Dat ik zoveel train, maar dat ik er op zondag niet mag staan. Naast wat ik eerst zei heb ik ook nog een keeperstraining, dus ik train zes keer in de week. In die trainingen bouw je wedstrijdspanning op, leef je toe naar het duel, maar op zondag ben je er niet bij. Natuurlijk speel ik bij Dames 2, maar daar is de spanning wel echt minder. De reden dat ik dit volhoud is omdat ik wel echt stappen maak in mijn ontwikkeling. Dat heb ik vroeg in het seizoen in een gesprek met Rein (van Eijk, red.) ook aangegeven. Ik wil niet slechts een beetje erbij staan.’

Keepers zijn gek, wordt wel eens gezegd. Ben je het daarmee eens?
‘Ja, ik denk het wel. Je moet wel tegen een pijntje kunnen. Zeker in het begin is dat moeilijk. De eerste jaren dat ik keepte had ik constant blauwe plekken op mijn benen en knieën. Gelukkig is dat nu al veel minder en valt het mee met blessures. Het zijn meestal juist de lullige balletjes net onder mijn broek die pijn doen.’

Reageer