
Maurits Visser is teleurgesteld, maar begripvol voor de keuze van Caldas
Een van de spelers die afviel in aanloop naar de Olympische Spelen is keeper Maurits Visser. Ondanks dat hij dit jaar nog de EHL en de Landstitel met Bloemendaal won, koos Max Caldas voor Pirmin Blaak. Visser reageerde vandaag teleurgesteld, maar met begrip voor de situatie.
“Eigenlijk wist ik al vanaf de Pro League wedstrijden tegen Duitsland, dat Pirmin de eerste keeper zou worden de komende maanden. Max heeft mij afgelopen week nog wel gebeld, maar eigenlijk was het voor mij geen verrassing meer. Uiteraard was ik teleurgesteld in de mededeling, want als sporter is het spelen op de Olympische Spelen natuurlijk je grootste droom”.

Internationaal niveau
Toch laat de keuze van Caldas ruimte voor discussie. Waar Pirmin Blaak dit jaar met Oranje-Rood ver weg van een plek bij de play-offs bleek te staan, was het Visser die met Bloemendaal de Europese en de Landstitel achter zijn naam mocht zetten. In de finale van het landskampioenschap liet hij ook daadwerkelijk zien te beschikken over uitzonderlijke skills. In de shoot-outs was hij een plaaggeest voor Kampong. De bescheiden Visser reageert ondanks het bericht dat hij afviel met teleurstelling, maar ook met begrip voor de situatie: “Zelf had ik niet verwacht dat ik eerste keeper zou worden. Pirmin heeft meer ervaring en hij geeft veel zekerheid binnen het team. Europees en landskampioen worden is natuurlijk prachtig, toch kan je het niet vergelijken met internationaal hockey. Hier ligt het niveau nog vele malen hoger. Zelf denk ik wel dat ik het niveau aankan, maar ik kan de keuze van Max om Pirmin te selecteren hierin wel begrijpen”.

EK Hockey
Tijdens het EK Hockey mogen de Nederlandse heren 18 spelers selecteren. Maurits Visser is als reservekeeper aangewezen bij de Olympische Spelen en ook bij het EK. Bij het EK mag hij wel op de bank plaats nemen. Bij de Olympische Spelen mogen de nationale teams maar 16 spelers selecteren. Een logisch gevolg hiervan is dat de bondscoach geen reservekeeper op de bank wil hebben, omdat dit dan ten koste van een veldspeler zou gaan. Met de mededeling dat Visser niet de eerste keeper van Oranje zou worden, lijkt het seizoen na het EK voorbij te zijn. Toch moet de goalie fit blijven, want het zou kunnen dat in Tokio hij toch nog ingezet moet worden. “Het is heel leuk om met die mannen deze hockeyzomer mee te maken. Ik kan nog steeds veel leren en inderdaad bestaat er nog altijd een kans dat ik wel ergens moet keepen. Ik ga mee als reservekeeper, maar mocht Pirmin geblesseerd raken, dan zal ik er meteen moeten staan. Ook in Tokio ga ik mee als reserve. Ik zal dan op de tribune gaan kijken naar de wedstrijden. Ik hoop de komende weken nog een aantal minuten ergens te mogen maken, maar stiekem kijk ik met een schuin hoofd al naar Parijs 2024. Dan zal ik ervoor zorgen dat ik de eerste keeper wordt”.